vrijdag 24 december 2010

Het staat vast: Music For Life heeft weer eens warmte gebracht in de koude week voor Kerstmis. Vlaanderen toonde zich van zijn beste kant en trok weer massaal de straat op om geld in te zamelen voor het goede doel. Samenhorigheid onder de Vlamingen en solidariteit met het Zuiden, bestaat er iets mooiers? Een kritische noot is echter onvermijdelijk.

Waarom trotseerden al deze Vlamingen de vrieskou voor Music For Life? En waarom schieten veel jongeren die moeilijk warm te krijgen zijn voor alles wat met het Zuiden te maken heeft wel in actie als het om Music For Life gaat? Weet diezelfde gulle Vlaming überhaupt waarvoor hij geld aan het inzamelen is?
Om dit te onderzoeken nam ik de proef op de som en vroeg het aan enkele jongeren op de Groenplaats. “Omdat we Music For Life een supertoffe actie vinden,” is het standaard antwoord. Met wat geluk wisten ze mij ook nog te vertellen dat ze het goed vonden dat de AIDS-wezen in Afrika worden geholpen. Tot daar.
Nu kan je hen dat niet echt kwalijk nemen aangezien de media hier absoluut geen belang aan schijnen te hechten en ik er bijgevolg maar zelf naar op zoek ben gegaan.
Jawel, u leest het goed: enkele miljoenen euro’s worden met gemak ingezameld en ik moet op zoek gaan naar wat er precies mee zal gebeuren.
Die zoektocht verliep allesbehalve vlot. De website van het Rode Kruis blijft vaag. Ik besloot dus te bellen. Na uren geduld en lang aandringen kon de woordvoerder van het Rode Kruis mij vertellen dat het geld gebruikt zal worden om AIDS-weeskinderen in Mozambique, Malawi, Zuid-Afrika, Namibië, Swaziland en Oeganda in hun ‘basisbehoeften te voorzien en hun kinderrechten te garanderen’. Die basisbehoeften zijn vooral eten, onderdak, bescherming en onderwijs. Het Rode Kruis zal de AIDS-wezen onder andere psychologische hulp verlenen en indien nodig in een nieuw gezin laten opnemen en materieel ondersteunen.
Materiële ondersteuning wil zeggen dat ons geld ook wordt gebruikt om hen van voedselpakketten en dergelijke te voorzien. Snel het verschil proberen maken dus. Met dat laatste heb ik het eerlijk gezegd wat moeilijk. Als er een ding is wat de NGO’s door scha en schande hebben moeten leren is het wel dat ontwikkelingssamenwerking nu eenmaal niet zo werkt. Snel even het verschil willen maken stimuleert afhankelijkheid en komt de lokale economie in vele gevallen niet ten goede. Deze kortetermijnvisie past niet binnen het plaatje waar het Rode Kruis en Studio Brussel zo graag mee uitpakken: namelijk het zorgen voor een duurzame, structurele oplossing om weeskinderen van AIDS-ouders weer een toekomstperspectief te bieden. Hoe de verdeling van de opbrengst precies zal verlopen en welk deel ervan naar die materiële hulpverlening zal gaan weet niemand, zelfs het Rode Kruis kon mij geen cijfers geven.
Versta mij alstublieft niet verkeerd; ik ben geen cynicus die niets moet hebben van ontwikkelingssamenwerking en niet weet waarover ze het heeft. Het Zuiden ligt mij nauw aan het hart en ik ben in mijn vrije tijd actief binnen de jongerenafdelingen van heel wat NGO’s. Ik ben zelf naar het West-Afrikaanse Benin mogen reizen en heb zo ontwikkelingsprojecten naar waarde leren schatten, maar wat ik nu voel is een diepe verontwaardiging.
Verontwaardiging enerzijds ten opzichte van de Vlaming, die het kennelijk niet nodig acht verder na te denken over wat er met zijn geld zal gebeuren en al gesust is met de gedachte de arme kindjes in Afrika ‘geholpen’ te hebben…
Zijn we zulke goedgelovige kuddebeesten?
Ik voel ook verontwaardiging ten opzichte van de media, door welke diezelfde Vlaming gemobiliseerd wordt en waarin kritische analyses volledig uitblijven. Alleen al het feit dat er bij het Rode Kruis geen standaard, gedetailleerd antwoord bestaat op de vraag waar de opbrengst naartoe zal gaan, wil zeggen dat het werkelijk niemand interesseert. Dat gaat er bij mij niet in.
Kritiek moet ook constructief zijn, vandaar de volgende oproep. Is het niet mogelijk om van de enorme populariteit van Music For Life gebruik te maken om de Vlaming aan het denken te zetten in verband met de ontwikkelingsproblematiek -met zijn schitterende verwezenlijkingen maar ook zijn eeuwige dilemma’s en gebreken? Zou het niet gezond zijn het strelen van de ego’s in Vlaanderen een week voor Kerstmis voor een keer eens niet te laten primeren? Het zou al een goed begin zijn om een duidelijk onderscheid te maken tussen noodhulp (nodig bij bijvoorbeeld natuurrampen, de specialiteit van het Rode Kruis) en structurele hulp (de specialiteit van de NGO’s en kleinschalige initiatieven, waarvoor de Vlaming en de overheid na Music For Life vrijwel geen geld meer lijken te hebben).
Alles bij elkaar is mijn grootste verontwaardiging misschien wel deze: is het niet schandalig dat ik, als zestienjarig, van nature positief en idealistisch ingesteld meisje de spelbreker moet zijn en om een beetje transparantie moet smeken?
© 2010 - StampMedia – Jana De Poorter

Dirk Bocken op 25 december 2010 5:29
Recht in de roos Jana, het zuiden heeft weinig of geen boodschap aan oppervlakkige hypes en marketingcampagnes. Laat ons kritisch, en natuurlijk constructief omspingen met centen, mensen van goeie wil en goede doelen. Iedereen heeft er baat bij een effectieve en transparante aanpak, burgers, ngo’s en overheid. Nogmaals een pleidooi voor het boek ‘Ontwikkeling & solidariteit’ van Francine Mestrum!

zondag 12 december 2010

Hoe zou het nog zijn met de malariamug?

Hoe zou het nog zijn met de malariamug?
Vandaag kruipen Sam, Sofie en Tomas in het Glazen Huis van Studio Brussel om aandacht te vragen voor aidswezen in Afrika. Vorig jaar stond hun actie in het teken van malariabestrijding.
 Maar heeft dat ook iets uitgehaald? Hoe nuttig zijn die massaal aangesleepte muskietennetten?
We kregen van de Nederlandse entomoloog Bart Knols al eens een introductie tot ‘malariamug voor beginners', maar nu halen we het zware geschut boven: dood aan de malariamug

Jeukende muggenbeten zijn al niet bepaald aangenaam, maar muggen kunnen tegelijkertijd ook levensbedreigende ziekten overbrengen. Het veranderende klimaat en de toenemende globalisering zorgen ervoor dat ook de Lage Landen zich in de toekomst moet wapenen tegen invasies van nieuwe muggensoorten en tropische aandoeningen.
 In 'Mug' duikt de Nederlandse entomoloog Bart Knols in de fascinerende wereld van deze bloedzuigers. Hij beschrijft hoe muggen het verloop van de wereldgeschiedenis hebben bepaald, hoe onderzoekers ontdekten welke rol muggen spelen bij ziekteoverdracht, en hoe de wetenschap naarstig zoekt naar nieuwe bestrijdingsmethoden: van klamboes en schimmels tot genetische modificatie en sterilisatie van mannetjesmuggen met behulp van radioactieve straling.
 'Mug' wordt uitgegeven door Nieuw Amsterdam en ligt nu in de boekhandel.

zaterdag 18 september 2010

Francine Francine Mestrum, 'ontwikkeling & solidariteit'

Francine Francine Mestrum, 'ontwikkeling & solidariteit' (2010)
Bestrijd ongelijkheid met solidariteit
Francine Mestrum is doctor in de sociale wetenschappen, gespecialiseerd in ontwikkelingsproblematiek, en dan vooral in het onderzoek naar armoede, ontwikkeling en internationale organisaties. In haar nieuwe boek 'Ontwikkeling en solidariteit' onderzoekt ze de kritiek op ontwikkelingshulp, maar pleit tegelijk ook voor méér solidariteit tussen Noord en Zuid. Maar dan moet de de sector zich wel dringend hervormen.
'Ontwikkeling en solidariteit' is uitgegeven bij EPO.
18/09/2010
Francine Mestrum is een specialiste wat betreft ontwikkelingssamenwerking. Ze heeft hier al verschillende boeken over geschreven op nationaal en internationaal niveau. In haar laatste boek 'Ontwikkeling en Solidariteit' maakt ze een stand van zaken over de ontwikkelingssamenwerking anno 2010.
Er is veel kritiek op ontwikkelingshulp. Kritiek die vaak niet serieus wordt genomen, terwijl die steeds toeneemt. Mestrum gaat dieper op in die kritiek en zet die een stap verder, want terwijl de critici vaak niet verder dan kritische opmerkingen komen, houdt de auteur een bescheiden pleidooi voor een aantal broodnodige hervormingen op politiek niveau. Maar het belangrijkste pleidooi is er een van méér solidariteit tussen Noord en Zuid.
Het boek opent met een woord vooraf door François Houtart, onlangs nog door een comité voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede 2011. Houtart en Mestrum zijn beide al jaren actief binnen het Wereld Sociaal Forum, een organisatie die alsmaar belangrijker wordt en een andere stem in het debat rond ontwikkeling probeert te introduceren.
De auteur heeft bewust gekozen om zo toegankelijk mogelijk te schrijven. Ze wil vooral jongeren een aantal inzichten bieden rond ontwikkeling, want voor velen blijft het een complex thema. In het eerste hoofdstuk gaat de auteur uitleggen wat nu eigenlijk ontwikkeling is. Verderop toetst ze de vraag of de ontwikkeling wel mogelijk is, want er is hier terecht veel kritiek op gekomen, gezien het blijvend falen. En voor wie dacht dat ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking hetzelfde is, biedt de auteur in hoofdstuk vier een aantal verhelderende argumenten over het onderscheid tussen de twee.
In de volgende twee hoofdstukken wordt de kritiek scherper. In hoofdstuk vijf laat de auteur zien hoe sinds de invoering van het neoliberalisme de klemtoon eerder op veiligheid kwam te liggen. De auteur is hier niet blij mee, want waar het volgens haar om gaat, is ongelijkheid. De kritiek wordt nog forser in hoofdstuk zes waar Mestrum toont hoe de westerse landen hun kas vullen met geld dat in hun richting stroomt vanuit de ontwikkelingslanden. Ze noemt dit ‘omgekeerde ontwikkelingshulp'. Ze laat de cijfers spreken en die zijn hallucinant. Daarna houdt ze een pleidooi voor solidariteit. Die solidariteit mag in geen geval liefdadigheid zijn, want daar heeft de auteur een hekel aan. Solidariteit is voor Mestrum eerder ‘een relatie waarin ieder iets te geven en iets te nemen heeft'.
Er wordt niet veel nieuws verteld in dit boek. Maar het is een goed boek dat handig kan zijn als handboek voor studenten. De auteur slaagde erin geslaagd om duidelijk l' état du lieux van het thema te beschrijven. Dit doet ze met veel eerlijkheid, want de auteur schuwt het niet om de dingen te zeggen hoe ze zijn. Bij een aantal zaken, zoals het falen van ontwikkelingssamenwerking en armoedebestrijding, zet ze de puntjes op de i. Dit pleidooi voor solidariteit is deel van de positieve toon waarmee het boek ook eindigt. Volgens Mestrum klinkt dat zo: ‘We hebben de morele plicht optimistisch te blijven en verder te werken aan verandering. Een andere wereld is wel degelijk nodig en mogelijk'.
Bleri Lleshi
© Cutting Edge -- 15 Nov 2010
images © EPO