zondag 20 maart 2011

En toen wisten we alles (Coen Simon)


Volgens filosoof Coen Simon zijn we het verleerd om naar de wereld te kijken zonder een beroep te doen op een autoriteit, een theorie of op de macht der gewoonte. “We bevinden ons in de verwarrende situatie dat er van ons een eigen mening wordt verwacht en gevraagd wordt, terwijl er tegelijkertijd een groot wantrouwen bestaat tegen de mening die eigenstandig tot stand komt, zonder hulp van geautoriseerde bronnen.” In zijn nieuwe boek En toen wisten we alles houdt Coen Simon daarom een pleidooi voor oppervlakkigheid. Waarom zijn we bang voor het ongewisse?
De mens dient zich bewust te zijn van de menselijke tekortkomingen. We hebben in de regel te weinig tijd of inzicht om een goed oordeel te vormen of adequaat te handelen. Vooraf kunnen we niet niet alle consequenties van het handelen of oordeel overzien. Toch gedragen we onszelf alsof we aan deze beperking moeten ontsnappen. We voelen ons afhankelijk van de opgelegde autoriteit. Gedragingen of meningen worden bij voorkeur getoetst aan de uitspraak van een rechter of de gestelde diagnose van een arts of psychiater. We koersen op cijfers en rapporten, zonder ons verder af te vragen hoe deze wetenschappelijke gegevens zijn bepaald. Alsof we alleen met deskundige eenduidigheid de juiste beslissingen kunnen nemen.

Met oppervlakkigheid doelt Coen Simon niet op ondoordachtheid of onverschilligheid. De oppervlakkigheid waar hij voor pleit is een oefening in geduld, in kijken en ten slotte ook in handelen. Alles wat we nu weten zal door de aanvoer van nieuwe details en gebeurtenissen voortdurend veranderen. Op het moment dat er een beslissing moet worden genomen, dan is het onmogelijk om de gevolgen of de afloop te overzien. Het is een utopie om te denken dat we altijd alles weten. We vergeten echter dat de waarheid mensenwerk is - even oppervlakkig als het leven zelf.

De angst voor het ongewisse is de keerzijde van het succes van onze samenleving en de wetenschap, stelt Simon. Het is een diepmenselijke behoefte om te weten hoe iets afloopt of hoe dingen zitten. In En toen wisten we alles houdt hij onze gedragingen met sprekende voorbeelden tegen het licht. Kunnen we morele afwegingen maken op basis van breinonderzoek? Waarom willen we sterven op het moment dat het leven is voltooid?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten