zondag 4 december 2011

De bange blanke man... in het boek "Altijd november" van Elsevier-journalist Gerry van der List (VPRO boeken 4/12/11)


In zijn debuutroman Altijd november beschrijft Elsevier-journalist Gerry van der List de onvrede en frustraties van een blanke Nederlandse man over de multiculturele samenleving. Politiek incorrecte opvattingen worden niet geschuwd, zelfcensuur ontbreekt. Maar Altijd november is geen politieke roman. Zelfspot overheerst. Het boek gaat over veel meer: onmacht, heimwee en het verlangen naar geluk.

Van der List
omschrijft zijn roman als licht autobiografisch. Hij groeide op in het Rotterdam van de jaren zeventig, toen er met weemoed naar de jaren dertig werd verlangd. De periode van voor het bombardement. Van der List: “Rotterdam was een grote stad, een arbeidersstad, maar met veel dorpselementen. Veiligheid was toen vanzelfsprekend. In de buurten kende men elkaar. De deur hoefde bij wijze van spreken niet op slot.” Inmiddels heeft hij Rotterdam verlaten. De stad is veranderd. “Je kreeg het gevoel dat je een vreemde werd in eigen land. Omdat je in een buurt woonde waar de samenstelling voor 90% uit Turken en Marokkanen bestond. Met wie je nauwelijks kon communiceren. Het gaf een enorm gevoel van isolement en ongeluk.“

Hoofdpersonage in Altijd november is Peter van Rijswijk, een rechts denkende Rotterdammer van middelbare leeftijd. Hij is verbitterd. Hij kan maar moeilijk accepteren dat hij met mensen moet samenleven die er verschillende leefstijlen, achtergronden en opvattingen op nahouden. Het spuien van zijn frustraties lucht op. Tot zijn geliefde hem verlaat voor een Marokkaan. Deze man, Rachid, is geen stereotype Marokkaan zoals die door Peter wordt gekarakteriseerd. Hij kampt met dezelfde onzekerheden. Het zet Peter aan het denken. Van der List: “Hij vraagt zich af of er een link is tussen de ontwikkeling van de Nederlandse samenleving en zijn particuliere leed.”

Vanwege zijn afkeer van de multiculturele samenleving raakt Peter steeds meer vervreemd van zijn directe omgeving. Hij botst voortdurend met zijn collega’s van de Leidse universiteit, zelfs zijn vrouw heeft hem verlaten. Al zijn zekerheden worden hem ontnomen. Hij raakt steeds meer ontworteld. Het verlangen naar vervlogen tijden neemt toe, toen geluk nog heel gewoon was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten