Peter Sloterdijk wordt regelmatig bestempeld als mediafilosoof en publiek intellectueel, vooral vanwege zijn rol als presentator in een filosofisch televisieprogramma in zijn thuisland Duitsland. De lijvige en complexe boeken van Sloterdijk worden niet alleen door wetenschappers gelezen, maar ook door het grote publiek. In Nederland werd Sloterdijk bekend met zijn trilogie Sferen (2004-2009), waarin hij zich afvraagt waar en hoe mensen leven. In zijn nieuwste werk, Je moet je leven veranderen, onderzoekt Sloterdijk wát de mens eigenlijk is. Hij constateert dat de mens continu naar perfectionering streeft, en daarom door middel van oefening en training tot zelfverbetering zou moeten komen.
“De mens kan alleen vooruit als hij naar het onmogelijke streeft.” Dit citaat van Nietsche had de ondertitel van Je moet je leven veranderen kunnen zijn, want Sloterdijks boek leest als een pleidooi vóór het menselijke streven om uit te blinken. De mens is een wezen dat geen genoegen neemt met het leven zoals dat is gegeven, stelt Sloterdijk. Om die reden is hij steeds op zoek naar een motivatie om zichzelf te verbeteren. Ooit waren het de georganiseerde godsdiensten die deze motivatie leverden, maar deze wereldreligies zijn in de loop van de twintigste eeuw gedeconstrueerd. Er moet daarom worden gezocht naar een nieuwe, globale motivatie -‘imperatief’ noemt Sloterdijk dit - waarvoor de mensheid zich in de toekomst volledig kan inzetten.
In Je moet je leven veranderen geeft Sloterdijk een groot aantal voorbeelden van historische en minder historische figuren die boven zichzelf uitstegen dankzij training en ascese. Eén van de hoofdstukken in het boek heet Alleen invaliden zullen overleven. In dit deel beschrijft Sloterdijk de Duitser Carl Hermann Unthan (1848-1929), een man die zonder armen werd geboren maar zich desondanks wist op te werken tot concertviolist, waarbij hij de viool met zijn voeten bespeelde. Met het voorbeeld van Unthan wil Sloterdijk aangeven dat hoge cultuur nauw samenhangt met hypercompensatie. Sloterdijk: “Er bestaat een noodzaak om te compenseren voor een existentieel gebrek. Carl Hermann Unthan is een overtuigend voorbeeld dat grote prestaties vaak voortkomen uit aangeboren gebreken die gecompenseerd moeten worden. Vaak is het zelfs overcompensatie, en dat leidt op zijn beurt tot dat mysterieuze gevoel dat wij hoge cultuur noemen.”
In Je moet je leven veranderen signaleert Sloterdijk niet alleen problemen, maar draagt hij ook oplossingen aan. Zo moet de mensheid inzien dat de huidige mateloze manier van leven - de ‘frivoliteitscultuur’ - niet kan blijven voortbestaan. Een globale ecologische catastrofe ligt volgens Sloterdijk op de loer, en de grootste zorg voor de mens is daarom de zorg om te overleven. Mensen moeten, zoals de titel van het boek al aangeeft, hun leven veranderen. Eén van de veranderingen waar Sloterdijk op aandringt, is het vinden van alternatieven voor de eindige natuurlijke hulpbronnen. Hij verwacht dat ieder moment een nieuwe, wereldwijde avant-garde kan opstaan die zich als reactie op de dreigende catastrofe zal inzetten voor het behoud van onze planeet.