zondag 30 oktober 2011

Adam Phillips en zijn boek "In onbalans" (VPRO Boeken 30/10/11)


Volgens de Britse psychoanalyticus wordt excessief gedrag gevaarlijk als het zelfdestructief wordt. Phillips: “Als ik van chocola hou en er te veel van eet, bederf ik mijn plezier in chocola. Het gaat erom dat je je plezier in stand houdt. En hebzucht is een onbewuste poging om het plezier kapot te maken.”Om mensen te kunnen begrijpen moet je inzicht krijgen in de excessen, stelt de Britse psychoanalyticus Adam Phillips. Zijn boek In onbalans bestaat uit een verzameling essays en beschouwingen over de evenwichtskunst die de moderne samenleving van ons vraagt. Phillips onderzocht wat de mens het meest uit hun evenwicht kan halen. Want niets vertelt meer over onszelf dan onze excessen en onze reacties op de excessen van anderen.

Als iets in evenwicht is dan lijkt het per definitie ook positief te zijn. Over iemand die in de war is zeggen we dat zijn of haar balans is ontregeld. We dienen evenwichtig te oordelen. Waarom streven we naar die evenwichtigheid? Waarom wordt dat als ideaal gezien? In het boek In onbalans buigt Adam Phillips zich over eten, seks, religie en andere zaken, factoren die ons op een of andere manier aan het wankelen kunnen brengen. Mensen met extreem gedrag zoeken de uiterste grens op, met excessief gedrag overschrijden ze die grens. Excessief gedrag is dan ook noodzakelijk om te bepalen waar onze grenzen liggen, dat we een duidelijk besef hebben wat de juiste gedragswijze is.

Misschien kan alleen de weg van overdaad ons leren wanneer genoeg genoeg is. Want dan weet je pas wanneer je de norm overschrijdt. Phillips: “Hebzucht is meer willen dan je kunt krijgen. En het is ook een zelfhulpmiddel voor een staat van gemis. Als ik voel dat ik iets niet heb, wil ik er zeer waarschijnlijk te veel van. Dat is het probleem van hebzucht. In sommige delen van je leven is overdaad waardevol en interessant. En in andere delen is het heel vermoeiend. Je kunt zeggen: Als je opgroeit, ben je aan het uitvinden welke delen dat zijn. Van sommige dingen of mensen wil ik veel hebben. En van andere dingen of mensen wil ik minder. Het gaat om de kwaliteit, niet de hoeveelheid.”

De eenentwintigste eeuw is de eeuw van het exces. We eten te veel, we kijken porno. Philips: “We leven in een tijd van ongelijke soorten van buitensporigheid. Heel veel mensen zijn buitensporig arm en een minder grote groep mensen is buitensporig rijk. Ik vind het heel vreemd dat veel mensen in onze middenklasse nadenken over wat ze gaan eten. Ze gaan naar restaurants. En het is geen geheim, wat het des te interessanter maakt, dat voor veel mensen overleven hun enige fundamentele opgave is. Er is geen overdaad. Alleen de vraag: Heb je net genoeg om te overleven?”

Herman Pleij schreef het boek "Anna Bijns Van Antwerpen".


Wie een dichteres uit de zestiende eeuw alsnog nieuw leven wil inblazen moet over een flinke dosis verbeeldingskracht beschikken. Historicus Herman Pleij slaagde er evenwel in om van Anna Bijns (1493-1575) een uitvoerig en levendig beeld te schetsen. De Antwerpse dichteres kon vreselijk fulmineren tegen ontrouwe minnaars, op het huwelijk, op de hervormer Maarten Luther en op de protestanten. Over deze krachtige vrouw schreef Herman Pleij het boek Anna Bijns. Van Antwerpen.

Over Anna Bijns was tot voor kort weinig bekend. Ze woonde in Antwerpen, waar ze zich onder rederijkers en franciscaner monniken begaf. We weten dat ze een schooltje had, waar ze tot haar tachtigste - twee jaar voor haar dood - onderwijs heeft gegeven. Drie bundels werden er van haar gepubliceerd, die veelvuldig werden herdrukt en zelfs in het Latijn werden vertaald - wat in die tijd uniek was. Ze stond bekend om haar verbaliteit. Ze kon vreselijk te keer gaan tegen de nieuwlichters van de Reformatie. Het boek Anna Bijns. Van Antwerpen biedt nieuwe inzichten.

In de loop van de zestiende eeuw ontwikkelde Antwerpen zich tot het handelscentrum van West-Europa. In die tijd had Antwerpen de omvang en kenmerken van een metropool. De daarmee gepaarde dynamiek droeg bij aan maatschappelijke en culturele vernieuwingen. De opmars van de drukpers stelde de hervormer Maarten Luther in staat om in 1517 zijn stellingen tegen de handel in aflaten te publiceren. Het vormde de aanleiding tot de verbreiding van de Reformatie, het symbolische begin van het protestantisme. Ook Anna Bijns profiteerde van de boekdrukkunst, maar ze was een fel bestrijdster van Maarten Luther en andere hervormers. In de verzen van Anne Bijns is haar afkeer sterk aanwezig.

Een andere rode draad in haar oeuvre is de onbereikbare geliefde. Ze is bedrogen door haar minnaar. Ze schreef hartstochtelijke refreinen over de streken die een niet trouwe minnaar je kan leveren. Herman Pleij: “Ze heeft een kwart van haar oeuvre aan de bedrogen liefde besteed, over de minnaar die haar in de steek heeft gelaten. Maar liefst achtenveertig refreinen gaan alleen maar over haar minnaar. Ze heeft ongeveer tweehonderdtwintig refreinen geschreven, dat zijn strofische gedichten, die meestal honderd tot tweehonderd regels bedroegen. In totaal bedroegen het dus ruim dertigduizend duizend verzen.”