Aifric Campbells nieuwste boek Stop
gaat over Geri, een succesvolle en ambitieuze vrouw van rond de dertig
die bij een grote investeringsbank in de Londense City werkt.
Ogenschijnlijk gaat het haar voor de wind, maar schijn bedriegt. Geri
voelt zich verloren in een door testosteron gedomineerde wereld. Ze
woont alleen met haar hond, is onzeker, twijfelt voortdurend over haar
leven en succes en stevent regelrecht op een burn out af. Tot ze hard op
de rem trapt.
Campbell weet waarover ze het heeft. In
de jaren tachtig werd ze de eerste vrouwelijke floormanager van de (van
oorsprong Amerikaanse) investeringsbank Morgan Stanley in het
financiële hart van Londen. Ze hield van de intensiteit, ruwheid en
veelzijdigheid van het werk. En ze hield van de druk. Ze vond het fijn
om one of the boys te zijn in een wereld die te snel is voor
vriendelijkheden en praatjes. Dat ze daarbij, als vrouw, permanent met
1-0 achter stond deed haar weinig. Niet dat ze in de eerste instantie
per se in de financiële wereld wilde werken; als afgestudeerd
taalkundige werd ze geheadhunt als zogenaamd lateral thinker.
Het gebeurde destijds veel dat bedrijven die op de beurs handelden
mensen zonder graad in de economische wetenschappen in dienst namen. De
aanname was dat deze mensen flexibele denkers waren en beter in staat
waren om out of the box te denken. Zo kwam Campbell terecht in
een wereld die van seconde tot seconde verandert en waar twijfel
onherroepelijk tot verlies leidt.
Na de geboorte van haar zoon
kwam het jachtige bestaan van Campbell radicaal tot stilstand. Ze raakte
in een zware postnatale depressie en verbleef negen maanden in een
kliniek om te herstellen. Na deze periode was alles anders; ze had een
kind, haar baan was ze kwijt. Aangezien ze altijd al van schrijven en
lezen had gehouden, schoolde ze zichzelf om tot schrijfster. Hoewel Stop
op het eerste gezicht misschien handig in lijkt te spelen op de focus
die momenteel op de financiële wereld ligt begon Campbell jaren geleden
al aan het boek. Met als reden omdat het haar intrigeerde dat destijds
niemand geïnteresseerd leek in wat bankiers precies deden. Het beroep
was in nevelen gehuld, niemand schreef erover. Terwijl er een ruim
aanbod aan fictie was over andere beroepsgroepen met grote
maatschappelijke impact, zoals de juristerij of het bedrijfsleven. In Stop
benadrukt Campbell hoe onaangenaam het werken kàn zijn in een omgeving
vol haantjes, waar de externe druk zo hoog is dat de menselijke maat
vaak vergeten wordt.
Emeritus hoogleraar literatuurwetenschap Mineke Schipper schreef Overal Adam en Eva,
een boek over de verbeelding van het verhaal van Adam en Eva in de
verschillende godsdiensten. Door de eeuwen heen heeft die verbeelding
vele incarnaties gekend, maar de kernvraag is dezelfde gebleven; hoe
zijn we de volmaaktheid kwijt geraakt? Ze gaat in op vragen waarop
bijbel noch koran een antwoord geven; waar lag het paradijs? Was Adam
besneden of juist niet? Hadden Adam en Eva een navel?
Er zijn ontelbaar veel verschillende verhalen en interpretaties rondom
de legende van Adam en Eva. Het verhaal is eeuwenlang door moslims,
joden en christenen gekneed, versterkt en aangevuld. Vele verschillende
visies werden er door evenveel vertellers doorheen geweven. Schipper
probeert lijn aan te brengen in de vertellingen en probeert verklaringen
te vinden. Een van de dingen die ze tracht te verduidelijken is de
locatie van het paradijs. In vele lezingen van het verhaal komt het
Midden-Oosten als plaats van handeling voor. Men is het daarover echter
niet eens. Columbus, bijvoorbeeld, situeert het paradijs ergens aan de
Orinoco rivier in Venezuela. Langs die rivier kreeg hij namelijk
vruchten van inboorlingen met pratende papegaaien op hun schouders.
Aangezien de mensen en de dieren met elkaar konden praten in het
paradijs, was Columbus ervan overtuigd dat hij het gevonden had.
Een breed gedragen gemene deler in alle lezingen is in ieder geval de
ondergeschikte positie van Eva. Zij komt er al ruim drieduizend jaar
bekaaid van af. Vooral in Europese kunst is te zien dat Adam het eerst
was, en dat Eva geschapen werd uit een van zijn ribben. Dit geeft een
hiërarchie aan, het stelt vast dat Adam het hoofd is en Eva, letterlijk,
tweede achter Adam. Voorts is Eva degene die zich liet misleiden,
waardoor ze het paradijs moesten verlaten. Daarmee overtrad zij, en niet
Adam, Gods gebod. Een van Schippers conclusies in Overal Adam en Eva
is dat deze rangorde ooit is aangebracht om een fundamentele
ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op te heffen, om een evenwicht te
herstellen. Het is volgens Schipper bedoeld om het onrecht dat mannen
geen leven kunnen schenken en vrouwen wel te ‘neutraliseren’. Vrouwen
kunnen vrouwen én mannen baren, mannen geen van beiden en vroeger wist
men niet hoe dat precies kwam. De redenering is dan dat een geslacht dat
een dergelijk onrecht is aangedaan, de baas mag zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten